Woburn Historie

FLITSEN……..

….uit de rijke historie van Woburnpark

Inleiding

Woburnpark, op 17 april 1917 door een groep enthousiaste mensen begonnen en nu nog steeds een energieke club, met een rijk verleden. Door anderen is bij dat verleden al eens eerder stilgestaan. Zo schreef iemand onder het pseudoniem AVANA bij het 60 jarig bestaan in het jubileumnummer van 1977 en Ben Böcker bij het 70 jarig bestaan. Voor dit verhaal dat ik voor het eerst neerschreef bij het 75 jarig bestaan heb ik dankbaar gebruik gemaakt van hun verhalen en heb ik elke vijf jaar aangevuld.

Daarnaast heb ik in oude archiefstukken gespeurd naar informatie. De oudste informatie vinden we terug in een dik schrift waarin op de eerste pagina met sierlijke letters staat geschreven: “Tennisclub ‘t Tegeltje”, Notulen der Algemene Vergaderingen”. Het eerste verslag is van 4 februari 1918. Dankzij de vaak gedetailleerde notulering door de secretaresse Anny Woltering krijgen we een aardig idee van de begintijd. De club is klein, het ledental varieert de eerste jaren tussen de twintig en de dertig, er zijn nauwelijks jeugdleden. De leden moeten nog leren tennissen, ledenvergaderingen werden zeer frequent gehouden (vaak slecht bezocht en nogal lawaaierig). De laatste handgeschreven notulen dateren uit 1935. Daarna valt er een gat en vinden we weer informatie over onze vereniging tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

De begintijd

De vereniging werd gestart onder de naam Bossche Lawn Tennis Club “Het Tegeltje” op 17 april 1917. De clubkleuren zijn paars en geel, zo lezen we in de notulen van 22 februari 1918. Begin 1918 sluit de club zich aan bij de Nederlandsche Lawntennisbond (NLTB) en was daarmee de derde Brabantse vereniging die zich aansloot. Een direct voordeel van deze aansluiting was dat men daardoor goedkoper aan ballen kon komen. Op 6 mei 1918 wordt de vereniging bij Koninklijk Besluit goedgekeurd en heeft dan ook statuten en een huishoudelijk reglement. Gespeeld werd op een tegelbaan op een weitje achter café de Heiblom tegenover Coudewater in Rosmalen. Dit baantje zal wel niet vlak en strak hebben gelegen, want in het tweede jaar van haar bestaan werd de baan verbeterd door 2 meter meer uitloop en het vlak leggen van de tegels. In de notulen van de vergadering van 14 juni 1918 lezen we; “Ingekomen waren klachten over het ongelijk liggen der tegels. Besloten werd indien mogelijk tegen heffing van ƒ 1,50 extra contributie de tegels in orde te laten brengen.” Een aannemer werd dit werk gegund voor ƒ 90,- onder het beding dat hij tevens de zijkanten met 1,5 meter zou verbreden. Het jaar 1918 is dus een belangrijk jaar voor de vereniging. Besloten wordt dan ook het seizoen in een extra feestelijke vergadering te openen. Anny Woltering schrijft daarover: “’t Tegeltje vierde feest en als vanzelf stond de zon hoog aan een onbewolkte hemel. Schitterend zomerweer was dan ook getuige van de feestelijke algemene vergadering ter officiële opening van het seizoen. Hoog wapperde de clubvlag en de vaderlandse driekleur. Reeds vroeg in de morgen hadden enkele leden met behulp van de feestkas en een weinig goede wil het tentje een weinig feestelijk aanzicht gegeven. Hoewel sommigen het voor een boerenkermis uitmaakten gaf het geheel geen onaardige indruk. Ongeveer 2½ uur schaarden zich 22 leden om de gedekte en met bloemen versierde tafel. Ter opluistering was dankzij de zorgen van de voorzitter aanwezig een violiste die voor het muzikale (al ging het er soms ook wat naast) zorgde.”

Die dag werd er voor het eerst op de verbeterde baan gespeeld.

In 1918 werd het spel beperkt tot oefenen in onderlinge wedstrijden. Toch liep niet alles van een leien dakje. Onderling ontstond er gekrakeel over “wie mocht wanneer en hoe lang op de baan spelen” In die oude notulen lezen we hoe dit geschil opgelost diende te worden. Het bestuur gaf aan dat men dit in onderlinge goede verstandhouding moest oplossen, waarbij de geoefende spelers de minder geoefende moesten helpen het snel onder de knie te krijgen. Dat dit hoog opliep en bepaald sfeerbedervend was moge blijken uit het jaarverslag: “Het goede spel en de gezelligheid waren in het midden van het seizoen ver te zoeken.”

Het probleem van maar een baan, onderling grote verschillen in speelsterkte en daaruit voortvloeiende kwesties over het tossen en spelen, maakten dat het bestuur in de loop van 1918 gaat uitzien naar andere banen. Even zag het ernaar uit dat iemand gevonden was die bereid was twee goede gravelbanen aan te leggen in de nabijheid van De IJzeren Man in Vught en deze tegen een redelijke huur te verhuren aan ’t Tegeltje.

Toen de zaak zo goed als beklonken leek, trok de aannemer zich terug. In 1919 diende zich een andere oplossing aan. Men ging spelen op de banen van het Bossche Casino. Die lagen in de Casinotuin, tegenwoordig een plantsoen aan het begin van de Hekellaan. Deze banen werden voor bepaalde tijden gehuurd en de kantine van het Casino fungeerde als clubhuis. In dat jaar werd ook voor het eerst deelgenomen aan de competitie in de 2e klasse, met als resultaat “dat we alle wedstrijden op één na, eervol verloren.” Eervol, omdat immers ondermeer gespeeld werd tegen geroutineerde tegenstanders uit Arnhem en Nijmegen.

Het jaar 1919 was financieel gezien een slecht jaar. Het mislukken van de open wedstrijden (weinig belangstelling), een mislukte feestavond en een geslaagde competitie waren daaraan debet. Wat dat laatste betreft meldt het jaarverslag 1919: “Ook de competitie kostte ons een aardig duitje, wat betreft het ontvangen van de andere verenigingen, maar daarvoor is dan ook ‘t Tegeltje als gezellig, gastvrij buiten onze stad bekend en zullen onze tegenstanders dit jaar wederom gaarne met ons den strijd aanbinden.”

Hoewel het spelen op de Casinobanen veel van de vroegere gezelligheid wegnam, werden er contacten met andere Bossche clubs gelegd wat het spelpeil ten goede kwam. In 1920 resulteerde dat erin dat de competitie dat jaar een plaats hoger werd afgesloten, namelijk de op een na onderste.

In de beschikbare verslagen van leden- en bestuursvergaderingen ontbreekt het jaar 1921. In het verslag van 21 maart 1922 lezen we: “Uit het jaarverslag 1922 blijkt dat dat jaar een belangrijk jaar is geweest. Voor het eerst groeide het ledental boven de 100 en stonden 15 junioren te boek”. Uit dat verslag kunnen we ook afleiden dat de vereniging van de Casinobanen verhuisde naar 3 nieuwe gravelbanen “nabij de IJzeren Man” in Vught. Deze banen bespelen we nog steeds, het zijn baan 1, 2 en 3.

‘t Tegeltje gaat naar Woburnpark

Eerst iets over de lokatie. Hierbij maak ik dankbaar gebruik van wat Ben Böcker in zijn verhaal over het verleden van Woburnpark schreef. Waar nu in Vught het oudste deel van het villapark ligt, verkavelden na de Eerste Wereldoorlog landgoedbezitters hun grond. Kopers zetten er vakantiehuisjes neer. Een van die landgoedbezitters was de eigenares van het in 1912 gebouwde huis Solskin aan de Helvoirtseweg dat in 2010 werd afgebroken. Zij had haar gebied, dat tot aan de spoorbaan liep, laten aanleggen als een Engelse tuin naar het voorbeeld van het Engelse landgoed Woburn Abbey. De eigenaar van hotel de IJzeren Man, gelegen aan de gelijknamige plas, had daar een uitspanning aan de toen nog niet bestrate Eikenlaan. Bosschenaren legden op hun zondagse wandeling graag aan bij het theehuis dat werd geëxploiteerd door banketbakker Van der Heijden. De eigenaar van het hotel legde daar in 1920 drie tennisbanen aan voor zijn gasten. Deze banen werden aangelegd door een oom van Jan van Aart die we later in onze geschiedschrijving nog zullen tegenkomen. In 1921 sloot ’t Tegeltje een huurcontract af met de eigenaar van het hotel en verhuisde de vereniging naar Woburnpark. Vanaf dat moment wordt de naam ’t Tegeltje niet meer gevoerd, maar wordt gesproken van de Bossche Lawn Tennisclub (BLTC). In het op 19 februari 1930 vastgestelde huishoudelijke reglement staat onder de algemene bepaling: “De vereniging genaamd “Bossche Lawntennisclub” is sedert october 1919 gevestigd te ’s-Hertogenbosch en speelt op de banen van Woburnpark te Vught.”

Niet lang daarna vindt echter de naam BLTC Woburnpark ingang. De eerste maal dat ik het tegen ben gekomen is boven het jaarverslag 1933. Daarna wordt regelmatig gesproken van en geschreven over “Woburnpark”. In 1952 wordt bij statutenwijziging de huidige naam “Tennisvereniging Woburnpark” aangenomen.

Landelijke bekendheid

Zoals gezegd, 1922 was een belangrijk jaar. Beide teams werden in hun afdeling kampioen, maar moesten het in de eindstrijd uiteindelijk afleggen tegen Eindhoven. In 1923 werd wederom het kampioenschap behaald en slaagde het eerste erin in een tweestrijd met Roermond kampioen van Brabant en Limburg te worden.

De naam van BLTC begint ook landelijk bekend te worden door aansprekende successen van senoir- en juniorspelers in toernooien elders in het land. Het werd het begin van een lange bloeitijd van successen in de competitie.

Het eerste werd bij keuze gepromoveerd naar de eerste klasse en speelde daarin tot na de Tweede Wereldoorlog. In 1925 werd daarin het afdelingskampioenschap behaald, maar men slaagde er niet in het algeheel kampioenschap te behalen, mede door een nederlaag die in Hilversum werd geleden. Aan het begin van het seizoen echter hing het voortbestaan van de vereniging aan een zijden draadje, vanwege de slechte financiële toestand, direct gevolg van een drastisch teruggelopen ledenaantal. Als oorzaak wordt aangegeven “dat velen de geest en onderlinge harmonie verre van aanlokkelijk vinden". De huur en het onderhoud van de banen drukt zwaar op de begroting.

Zeker vermeldenswaard uit deze periode is dat een van de leden – jhr. Von Heyden – nationaal kampioen in het herendubbel is geweest. Wanneer precies kon ik niet achterhalen uit het beschikbare materiaal. Laten we maar aannemen dat dat gebeurde in de periode 1935-1945 toen hij voorzitter was van BLTC. Overigens was deze jonkheer burgemeester van Rosmalen, waar nog steeds een straat is die naar hem is vernoemd.

In en na de Tweede Wereldoorlog

Er zit een gat in het archief. Daarom maken we een sprongetje in de tijd. In de periode 1940-1945 werd aanvankelijk nog getennist. Na 1941 was er geen competitie meer. Met moeite en vindingrijkheid werd er ondanks een schaarste aan materiaal getennist. Tegen het eind van de oorlog werd het park niet meer onderhouden, raakte in verval en was tennissen niet meer mogelijk. Baan 3 was getroffen door een granaat en bovendien lag in de spoorsloot een verongelukte Duitse V-I met een scherpe springlading. Het clubhuis werd bewoond door een gezin. In 1945 werd weer energiek begonnen met de opbouw van het park. “Een van de banen werd aan de Canadezen afgestaan met wie en met wier ballen menig partijtje werd gespeeld”, zo lezen we in het jaarverslag van 1945. Een oude commandolegertent diende als clubhuis. Er was een groot gebrek aan materiaal en eigenlijk pas in 1946 komt dit mondjesmaat los. In 1945 speelt binnen de BLTC een belangrijke zaak die de gemoederen bezig houdt. Zoals overal in den lande wordt ook binnen de vereniging schoon schip gemaakt waar het gaat om mensen die in de oorlog “fout zijn geweest”. Er wordt een commissie van zuivering ingesteld. Als gevolg worden enkele leden door het bestuur besproken op 27 juni 1945.

Een van de leden maakt ernstige bezwaren tegen continuering van het lidmaatschap van een der leden, omdat die tijdens de oorlog een pro-Duitse houding zou hebben gehad. Op 17 juni houdt de commissie samen met klager en beklaagde een bijna vier uur durend gesprek. Het gesprek leidt er toe dat klager op veel punten anders tegen de zaak aankijkt. Het Tribunaal voor het Arrondissement ’s-Hertogenbosch “ziet na onderzoek en behandeling, mede gezien de processtukken geen termen aanwezig tot het opleggen van een maatregel”. De commissie van zuivering adviseert het bestuur betrokkene niet uit zijn lidmaatschap te ontzetten. Aldus wordt betrokkene in juli meegedeeld. Een aantal leden krijgt de gelegenheid de eer aan zichzelf te houden door het lidmaatschap op te zeggen.

In 1946 start de competitie en speelt de BLTC weer in de eerste klasse. De competitie begint in het weekend van 26 en 27 april. Eerder, in januari, schrijft de KNLTB hierover aan de verenigingen: “Ballen en rackets zijn aangekocht en reeds voor een deel gearriveerd. Vredestein is optimistisch gestemd over de mogelijke productie van een Hollandse bal. Hollandse rackets zijn en worden vervaardigd. Op andere tennisbenodigdheden als gravel, netten en snaren, kan men in beperkte mate rekenen. Bepaald slecht staat het ervoor met omrasteringen, materiaal voor lijnen, spijkers en schoenen. Maar een ding is zeker: competitie zal er gespeeld worden.”

Woburnpark weet dat jaar ternauwernood aan degradatie uit de eerste klasse te ontsnappen.

Jan van Aart doet als trainer zijn intrede in de club, zo lezen we in een CBS-formulier en is zoals menigeen weet tot aan zijn overlijden in 1997 nooit meer weggegaan. Begin jaren vijftig werd hij groundsman terwijl hij later ook nog het beheer van het clubhuis erbij nam.

In 1946 manifesteert de BLTC zich ook internationaal door mee te doen aan de uitwisseling met Cardiff, georganiseerd door het comité Cardiff -’s-Hertogenbosch. Namens de BLTC doet Mia van Geffen mee. Zij was in 1945 kampioen van Den Bosch en we vinden haar ook terug als clubkampioen in 1948. In 1947 wordt de BLTC uitgenodigd zitting te nemen in het organiserend comité en vaardigt daarvoor Mia van Geffen af. Tevens wordt in 1946 het 25-jarig bestaan gevierd, dat in 1942 door de heersende omstandigheden niet gevierd werd. Een van de hoogtepunten was het uitstapje per touringcar naar Scheveningen om aanwezig te zijn bij de tennisinterland Nederland - België. De club telde 136 leden en de heer Van Aart was trainer. Het herstel van de club stond onder leiding van de voorzitter Piet van der Heijde die deze functie van 1944 tot 1954 heeft vervuld. Later werd hij voorzitter van de KNLTB en erelid van Woburnpark. Tevens was deze tandarts ook een van de oprichters van de tennisvereniging Bastion Baselaar in Den Bosch. Zijn energieke aanpak blijkt ook uit zijn actie in 1945 richting gemeentebestuur om te komen tot één tennispark in Vught. Zijn gedachten hierover heeft hij onder woorden gebracht en ter kennis gebracht aan de gemeente. “De drie banen van Woburnpark zijn de enige in Vught en worden door een vereniging bespeeld, die een vrij scherpe ballotage heeft. Alle overige Vughtenaren (17.000) zijn dus van tennis verstoken. Geconstateerd wordt dat de 3 bewuste banen in Woburnpark in deplorabele toestand verkeren, door gebrek aan medewerking van de eigenaar en ouderdom. Het in stand houden van de banen vraagt grote financiële offers. Verwacht wordt dat op den duur de club dat niet meer zal kunnen op. Voorgesteld wordt 6 banen aan te leggen, waarvoor 3 te verhuren aan Woburnpark, 1 aan hotels de IJzeren Man en de Hut en 2 aan kleine clubs en trainer. Als de gemeente het park sticht en een terreinknecht aanstelt is Woburnpark bereid verder de exploitatie tezamen met de gemeentelijke commissie van toezicht namens de gemeente op zich te nemen.”

Het laatste jaar van de jaren veertig wordt in sportieve zin negatief gesloten: Woburnpark degradeert uit de eerste klasse. De club is begin jaren vijftig nog even terug in de eerste klasse. Sinds 1924 werd onafgebroken op het hoogste niveau getennist. Het verlies van het eerste klasserschap luidde een nieuw tijdperk in. Het eigen toptennis werd losgelaten. We zullen echter hierna zien dat Woburnpark het toptennis naar Vught haalde.

De jaren vijftig, zestig en zeventig

Hoewel Woburnpark niet langer zelf in staat was tennis op het hoogste niveau te leveren, slaagde zij er wel in toptennis naar haar park te halen. Op het inmiddels met drie banen uitgebreide park (de ene bron zegt 1949, de andere 1952) werden in 1959 de poulewedstrijden van de Coupe De Galéa gespeeld. Deze beker werd ingesteld door madame De Galéa als een “Davis Cup voor jongeren”. Met deze beker voor spelers tot 21 jaar beoogde zij ondermeer “mede het ware genot van het spel en de appreciatie van vertegenwoordigers van alle landen voor elkaar zo sterk mogelijk op te voeren”. Op Woburnpark speelden Luxemburg, Rusland, Spanje en Nederland om één van de vier plaatsen in de finalepoule in Vichy. Er werd gespeeld op banen 1 en 2. Op baan 3 was een tribune voor 700 kijkers opgesteld en verder nog 250 stoelen om de banen. Rusland trok aan het langste eind! In 1967 – het jaar van het gouden jubileum – organiseerde Woburnpark wederom één van de poules van de Coupe De Galéa. Deelnemers waren Nederland, Spanje, België en Engeland.

De internationale jeugdtoernooien die in de jaren zestig en begin jaren zeventig werden georganiseerd, waren eveneens succesvol en toonden aan dat Woburnpark een ondernemende en bruisende vereniging was. Daarnaast organiseerde Woburn ook nationale jeugdtoernooien. Onze oud-kampioen (1962) Herman Schweigman herinnert zich van de jeugdtoernooien: “Het jeugdtoernooi was het favoriete toernooi voor alles wat tussen Dordrecht, Arnhem en Maastricht lag. (Een jongen uit Dordrecht moest op de laatste dag nog zes partijen spelen en ging daarna op de fiets terug naar Dordrecht). Alle deelnemers sliepen bij Woburnleden; bij ons sliepen er meestal wel een stuk of tien, waaronder Tom Okker.”

Een ander vermeldenswaardig feit was dat in 1971 het aloude toernooi tussen Woburnpark en Bastion Baselaar in ere werd hersteld. In de jaren dertig vormde dit toernooi het slot van het tennisseizoen. De eeuwige wisselbeker – uit 1934 en van echt zilver – werd opgepoetst en op 21 en 22 augustus werd in een wedstrijd van 35 partijen uitgemaakt wie de beker in de prijzenkast mocht zetten. Bastion Baselaar won de wedstrijd met 18 tegen 17! Wellicht een idee deze aloude traditie weer nieuw leven in te blazen door de twee oudste clubs uit de Bossche regio op Woburnpark te laten strijden om deze ongetwijfeld fraaie beker.

Woburn timmerde dus behoorlijk aan de weg. Anderszins werd er ook flink getimmerd. In 1968 werd het terras uitgebreid. In 1971 werden een nieuwe kleedgelegenheid en de oefenmuur gebouwd. Om dat te bekostigen werden obligatieleningen uitgeschreven. Hetzelfde werd nogmaals gedaan in 1974 ter bekostiging van de verbouwing van het clubhuis. De kleedkamers en de oefenmuur werden in aanwezigheid van de wethouder en mevrouw Michielsen – eigenaresse van het park – feestelijk in gebruik genomen. Eerder dat jaar zag de toekomst van het tennispark en daarmee van Woburnpark en de andere op het park spelende club “De IJzeren Man”, er minder rooskleurig uit. Mevrouw Michielsen prefereerde destijds de grond, tot dan verhuurd aan Woburnpark als bouwgrond te gaan verkopen. De toenmalige voorzitter Jan Verhulst toog naar Tilburg en wist met mevrouw Michielsen tot overeenstemming te komen over een nieuw 10-jarig huurcontract. Hierin was voor Woburn echter de bezwarende voorwaarde opgenomen dat de club zorg zou moeten dragen voor het gehele onderhoud van het park. Bij de gemeente werd subsidie aangevraagd voor de realisatie van de bouwplannen en gekregen, waardoor de toegenomen financiële druk enigszins gelenigd werd. Sinds die tijd zien we dat de post onderhoud van het park jaarlijks zwaar drukt op de begroting van Woburnpark. Overigens werd in 1974 het verbouwde clubhuis door de burgemeester geopend, waarbij een heuse fanfare voor de muzikale omlijsting zorgde.

Niet onvermeld mag blijven dat in deze periode Woburn twee “topbestuurders voortbracht”. Piet van der Heijde die als voorzitter na de oorlog leiding gaf aan de wederopbouw van Woburnpark, was van 1964 tot 1968 voorzitter van de KNLTB. Jan Verhulst van 1966-1973 voorzitter van Woburnpark, was tevens 30 jaar voorzitter van het district Noord-Brabant van de KNLTB.

De jaren zeventig zijn ook de jaren van de verandering. De IJzeren Man verlaat ons park en gaat verder als Wolfsbosch op het park langs de Loonse Baan. Het elitaire karakter van Woburnpark wordt minder. Tennis wordt een meer algemeen beoefende sport. Woburnpark besluit het ballotagesysteem dat vanaf het ontstaan in 1917 werd gevoerd af te schaffen. Ben Böcker schrijft in zijn geschiedschrijving 10 jaar geleden dat toen “onder het voorzitterschap van Jan Verhulst en zijn opvolger Gerard Joosten de vereniging werd gedemocratiseerd”.

Als laatste hoogtepunt uit deze periode vermelden we nog dat Woburnpark in 1978 in Denemarken te gast was bij “Ballerup Tennisklub” in Ballerup. In 1979 kwamen de senioren van “Ballerup” in Vught op bezoek, alwaar revanche werd genomen voor de in Denemarken geleden nederlaag. Datzelfde jaar ging de jeugd van Woburnpark op bezoek bij Ballerup.

De periode van 1980 tot 1997

We naderen de eeuwwisseling. Tennis heeft enorm aan populariteit gewonnen. Er zijn inmiddels 3 tennisverenigingen in Vught: Woburnpark, Wolfsbosch en Bergenshuizen. De drie verenigingen hebben regelmatig bestuurlijk contact. Zoals bijvoorbeeld over het ontstaan van de Business Tennis Club bij het Racketcentrum. Het bestuur van Woburn ziet geen dreiging uitgaan van zo’n club voor haar eigen bestaan vanwege het eigen, specifieke karakter dat nogal afwijkt van de twee andere verenigingen.

Deze periode – zo lezen we in de geschiedschrijving door onze oud-voorzitter Ben Böcker – is de sponsoring een steeds meer opkomend fenomeen. Lange tijd was dat niet gewenst, maar financieel gezien was er niet aan te ontkomen. De sponsors zijn voor Woburnpark een belangrijke en noodzakelijk gegeven. Niet onbelangrijk daarbij is dat onze sponsors zich betrokken voelen bij het wel en wee van de club. Meerdere malen buigt het bestuur en de TC zich over de vraag: moet Woburnpark streven naar toptennis of gaat het recreatieve tennis voor? Getracht wordt het juiste midden te vinden. Terug kijkend op deze periode moet je concluderen dat het niet gelukt is toptennis binnen de club terug te brengen. Talenten waren er zeker, maar aangetrokken door het hogere spelpeil van andere clubs en het grotere aantal jeugdleden was Woburnpark niet in staat deze talenten aan zich te binden. Gezegd moet echter worden dat het bestuur en de TC zich blijven inzetten voor verbetering van de spelkwaliteit door onder meer kritisch te zijn op prestaties, de inzet van trainers en de omgang door hen met de jeugdspelers.

De plannen die in deze tijd speelden om verlichting aan te brengen leden uiteindelijk schipbreuk in Den Haag bij de Raad van State. Het bezwaar daar tegen door een van de omwonenden werd uiteindelijk toegewezen. In relatie hiermee kan ook gezien worden de discussie binnen de club over de vraag: wel of geen kunstgras? Is kunstgras lonend als er toch geen verlichting is? Of stap je toch in het kunstgras, omdat in een bepaald seizoen te veel evenementen verregenden? Het definitieve antwoord wordt niet gegeven en we zullen later in deze geschiedschrijving zien dat het onderwerp na de eeuwwisseling nogmaals ter sprake wordt gebracht.

Een andere inzet die schipbreuk leed was de poging van het bestuur om het park in eigendom te verkrijgen. De eigenaresse bleek echter niet bereid hier aan mee te werken. Een van de voordelen van het eigendom zou zijn dat de parkhuur – ruim 20% van de begroting – zou verdwijnen.

Een nieuwe activiteit die Woburnpark in haar jubileumjaar 1992 introduceerde – overigens op suggestie van de burgervader – was de organisatie van het eerste Vughtse kampioenschap voor senioren.

In het jaar waarin de club haar 80-jarig bestaan vierde leed zij een gevoelig verlies toen Jan van Aart overleed. Meer dan vijftig jaar maakte hij deel uit van onze club als trainer, paviljoenbeheerder en groundsman. Nog enkele dagen voor zijn plotseling overlijden was hij actief bezig met het onderhoud van de banen. Uit respect en dank voor zijn verdiensten en trouw aan de club werd aan het Openingstoernooi zijn naam verbonden: het Mijnheer Van Aarttoernooi. Ruim tien jaar later wordt de naam van de hoofdsponsor verbonden aan dit toernooi.

De periode van 1998 tot 2007

Een periode waarin belangrijke beslissingen genomen gaan worden over hoe de club verder zal gaan in de 21e eeuw.

In deze periode een belangrijke mutatie in het bestuur: Peter Dekker draagt de voorzittershamer eind 1997 na meer dan 10 jaar over aan Kees Lekkerkerker. Kees is één jaar lid, maar vindt dat kennelijk geen bezwaar om deze functie op zich te nemen. Het hele bestuur op één na muteert. Peter wordt erelid en met Kees aan het roer wordt in deze periode heel grondig nagedacht over de toekomst van de club. Bij zijn aantreden geeft hij als zijn visie: prioriteit nummer één is verversing van de club met gezinnen met jonge kinderen. Goede aan dacht voor de jeugdopleiding. Ongeacht het talent moet ieder jeugdlid de gelegenheid krijgen voor training, maar we zullen geen pogingen doen om talent aan de club te binden, want er is geen draagvlak voor prestatietennis. Een duidelijke visie. Maar waarmee worstelt de club, wat zijn de problemen? Het ledental loopt terug, er zijn weinig jeugdleden, de deelname aan de evenementen gaat achteruit, de kwaliteit van de banen staat ter discussie, het vraagstuk wel of geen licht…etc.

Het seizoen 1998 wordt geopend met het Mijnheer Van Aart toernooi. Omdat het ledental ten opzichte van 1997 sterk terugloopt wordt het invitatietoernooi geïntroduceerd waardoor mensen op een sportieve en gezellige manier kennis kunnen maken met Woburnpark. Voor de jeugd worden wat speeltoestellen geplaatst. Het WK -voetbal kan in het clubhuis op groot scherm worden gevolgd. En er wordt onder de leden een enquête gehouden die in feite de visie van de nieuwe voorzitter bevestigt: aandacht voor de jeugd, jonge gezinnen, geen prestatief tennis, wel leuke evenementen. Door het ledenverlies en een slechte baromzet is het financiële resultaat dit jaar slecht: fl. 18.000,- verlies. Het jaar erop worden weer nieuwe initiatieven genomen om de gang naar het park te stimuleren en nieuwe mensen op een gezellige en sportieve wijze kennis te laten maken met Woburn. Zo kunnen op vrijdagmiddag drie banen worden gereserveerd om met vrienden, familie, collega’s van het werk een middagje te tennissen. Tijdens de clubkampioenschappen wordt er elke dag gekookt en op een van die dagen kookt het bestuur. Dit blijkt een enorm succes te zijn. En er worden bridgeavonden georganiseerd. Om de bardiensten beter te laten verlopen wordt de borg geïntroduceerd.

Het Opentoernooi van Woburn werd altijd goed bezocht. Het stond tot ver in de omtrek ondermeer bekend om zijn goede prijzen en zijn gezellige ambiance. Maar de belangstelling van met name de B-spelers neemt af, omdat zij meer en meer een geldelijke vergoeding verlangen voor hun deelname. Deze opstelling past geheel niet bij hetgeen waar Woburnpark voor staat. Ook het Opentoernooi behoort een afspiegeling te zijn van een gezellige sfeer van prestatief- en recreatief tennis waarin mensen zich verbonden voelen. Om deze reden wordt gekozen voor een open D-toernooi. De toernooicommissie verwacht een vol bezet toernooi. Hoe pakt het anders uit! Het toernooi trekt zo weinig belangstelling dat het niet door kan gaan. Een grote teleurstelling. Het betekent het einde van een lange traditie. Ooit speelde Paul Haarhuis in 1985 in de finale van dit toernooi! Het lijkt erop dat het laatste waarin Woburnpark naar buiten toe zich nog behoorlijk profileerde, nu ook is weggevallen. Deze tegenslag wordt genomen. Het bestuur heeft een doel en gaat door. Er zullen de komende jaren nog meer tegenslagen komen. Maar in dit jaar verheugt de club zich er over dat een van haar leden benoemd wordt tot voorzitter van de KNLTB. Voor de tweede keer in haar bestaan komt eruit haar geledingen een voorzitter voort voor de KNLTB en wel in een tijd waarin er binnen de bond grote onrust is als gevolg van een mislukt automatiseringsproject. Het is Klaas Rijpma, 63 jaar, 30 jaar lid van onze club. Hij wordt op 21 april tot voorzitter gekozen.

Een lichtpunt dit jaar is dat de financiën nagenoeg sluitend zijn.

Woburnpark gaat het nieuwe millenium in. Het bestuur laat de toestand van de banen onderzoeken door de KNLTB. De uitkomst is duidelijk: matig tot slecht. De toplaag is veel te dik, de doorlatendheid te gering. De oudste banen die dateren uit 1920 zijn het slechtst (baan 1,2 en 3). Waarschijnlijk is er sinds de oorlog geen groot onderhoud geweest op deze banen en hebben de “nieuwe” banen uit 1952 sinds de aanleg ook geen groot onderhoud gekend. In de archieven is daar namelijk niets over te vinden. Natuurlijk zijn er de traditionele hoogtepunten in de vorm van de verschillende evenementen, maar toch is het een moeilijk jaar. De voorzitter spreekt van “zorgelijke ontwikkelingen”. Er is een negatieve trend waar het gaat om jeugd- en competitietennis (1998 nog 26 teams, nu nog maar 16). TV Wolfsbosch blijkt een zuigkracht te hebben op onze jeugdleden, omdat die vereniging een veel groter aantal jeugdleden heeft, all weatherbanen en verlichting. Het bestuur wil de samenwerkingsmogelijkheden met Wolfsbosch gaan onderzoeken. De discussie over de toekomst van Woburnpark komt op gang, mede in het licht van het aflopend huurcontract in 2004. Het bestuur roept de leden bij elkaar op 12 december 2000 voor een belangrijke vergadering. Om de financiële situatie te verbeteren wordt de contributie verhoogd. Het erelid en oud-voorzitter Peter Dekker doet een opmerkelijk voostel: de ereleden en leden van verdiensten die geen contributie hoeven te betalen, uit te nodigen een jaardonatie te doen. Het voorstel wordt met groot enthousiasme door de vergadering aanvaard. De statuten zullen conform worden gewijzigd. Een commissie onder leiding van Joost van der Ham heeft zich gebogen over de toekomst van Woburnpark. De commissie komt met drie mogelijke ontwikkelingsmodellen voor Woburnpark. Het model samengaan met een andere vereniging blijkt al gauw een theoretisch model te zijn. Er is een levendige, betrokken discussie. Uiteindelijk wordt besloten de twee overige modellen door de commissie uit te laten werken en later aan een bijzondere leden vergadering voor te leggen. Model 1: bezuinigen en geen grote investeringen. Model 2: investeren en verlichting. Deze discussie gaat niet ongemerkt voorbij aan de andere Vughtse tennisclubs. In het nieuwe seizoen hoor je boze tongen fluisteren dat Woburnpark overweegt zich op te heffen en aansluiting te zoeken bij een andere club. Niets is minder waar.

2001 moet het jaar van de cruciale beslissingen worden. Ter voorbereiding van de belangrijke vergadering op 5 juni worden door de commissie telefonische interviews gehouden. Het bestuur trekt de volgende conclusies:

- men is bereid de vereniging financieel te ondersteunen door een hogere contributie;

- meer voor de vereniging doen (bardiensten, commissies) levert evenveel voor- als tegenstanders op;

- men is niet bereid de vereniging geld te lenen;

- de vereniging verhuizen geeft een groot verlies van (de huidige) leden.

Onderwijl probeert de voorzitter via het verenigingsblad de leden een spiegel voor te houden: er heerst een “jullie mentaliteit” en geen “wij mentaliteit”. Te weinig leden moeten voor te veel anderen de verenging laten draaien. Er is een nieuw dieptepunt: er is dit jaar geen jeugdcommissie! Andere dieptepunten liggen dit jaar nog in het verschiet….! Maar de opening van het seizoen is ijzersterk met een sinds jaren weer zeer goed bezet Mijnheer Van Aart toernooi. Op 5 juni – de dag voor D-Day! – komen de leden in het paviljoen bij elkaar. Het is geen besluitvormende vergadering, maar een voorbereiding voor besluitvorming tijdens de algemene leden vergadering van december. Het bestuur heeft zich georiënteerd op verlichting. De kosten voor drie banen belopen ca. fl. 45.000,-. In een bijeenkomst op 17 mei met de buurt blijkt dat men expliciet tegen de aanleg van verlichting is op ons tennispark. Gezien het onzekere rendement, het probleem van financiering en de opstelling van de buurt, stelt het bestuur voor geen verdere actie met betrekking tot verlichting te ondernemen. Voorts heeft het bestuur met Wolfsbosch nader overleg gevoerd over verdere samenwerking op jeugdgebied voor wat betreft training en competitie. Dit houdt ondermeer in dat de jeugd over en weer op elkaars banen mag spelen. De leden spreken hun waardering uit voor de inzet van het bestuur.

Nieuwe dieptepunten werpen nog meer schaduwen over de vereniging. De animo onder de dames voor het onderdeel enkelspel bij de clubkampioenschappen is dusdanig dat dit onderdeel vervalt. Niemand ziet het zitten om aan te treden tegen de regerende kampioene, Esther van de Ham. Vermeldenswaard is dat de in 1978 vanwege de regen nooit gespeelde en in vergetelheid geraakte dames enkelfinale op initiatief van de voorzitter als nog wordt gespeeld. In een sportieve strijd op een zeer warme 26 augustus wint Miranda Korver van haar vriendin Tanya van den Bemd. Er is ook onvoldoende belangstelling voor de clubkampioenschappen bij de jeugd, zodat deze ook niet doorgaan. Het experiment om deze kampioenschappen los van de senioren te spelen lijkt mislukt. Besloten wordt volgend jaar beide weer te combineren.

In de ledenvergadering op 11 december wijst het bestuur op de negatieve ontwikkelingen en de teleurstellende inzet van de leden (behalve uiteraard zij die zich al inzetten). Er is een nieuwe jeugdcommissie, in 2002 zal er voor het eerst in de geschiedenis van onze club mini-tennis voor de jeugd worden georganiseerd, de contributie wordt verhoogd en Hans Wouters krijgt van de vergadering de opdracht in 2002 de onderhandelingen te openen over een nieuw huurcontract per 1 januari 2005. De paviljoencommissie wordt opgeheven en aantal van de taken gaat over naar de beheerder, Henny van Rooy. De lustrumcommissie 2002 wordt voorgesteld en belooft een mooi programma.

Het lustrumjaar begint veel belovend! Er is veel nieuwe jeugd binnengestroomd. Er zijn extra trainingsuren geregeld. “Woburnpark begint aan een tweede jeugd en dat op 85-jarige leeftijd”, schrijft de voorzitter Kees Lekkerkerker in het clubblad. Het mini-tennis wordt een succes. Woburnpark Familieclub begint zichtbaar te worden tijdens de evenementen: oud en jong op en rond de baan! De Jeugdcommissie houdt een enquête onder de oudere jeugd, het Jeugdbeleidsplan van de KNLTB wordt als uitgangspunt genomen om in 2003 specifiek op de jeugd gerichte acties uit te voeren. Er is dit jaar echter weer geen kampioen bij de dames…! Het aantal competitieteams daalt tot een nieuw dieptepunt: 12. En het Stoeremannentoernooi gaat voor het tweede achtereenvolgende jaar niet door. Nu niet door de regen, maar door gebrek aan belangstelling.

In 2003 geeft Kees Lekkerkerker de voozittershamer over aan Koos van Herpen. Kees wordt voor zijn inzet benoemd tot erelid. Ook de nieuwe voorzitter pakt de problematiek van achteruitgang van de club aan. Er komt onder andere een fasenplan waarin de aanleg van verlichting en kunststofbanen centraal staat om de vicieuze cirkel van afnemend ledental te doorbreken. Door veranderde regelgeving lijkt het realiseren van verlichting nu wel mogelijk. Voor het genereren van een fonds wordt een grote loterij opgezet. Met als hoofdprijs een auto! Groot is de teleurstelling wanneer blijkt dat de gemeente in 2005 niet bereid is aan het plan mee te werken. Verlichting en vernieuwing van de banen gaan niet door. In 2006 is de opbrengst van de loterij aangewend voor ondermeer het opknappen van het clubgebouw en de banen en de aankoop van middelen voor training van de jeugd. Een belangrijk lichtpunt is dat er veel nieuwe jeugdleden bij zijn gekomen! Wie de jeugd heeft.....!!!

In de algemene ledenvergadering in december 2006 treedt Koos af en draagt de voorzittershamer over aan Anouk Vastert. Anouk is daarmee de eerste vrouwelijke voorzitter in de geschiedenis van Woburnpark. Zij heeft veel bestuurlijke ervaring opgedaan bij de hockeyclub Den Bosch die goed van pas komt in haar nieuwe functie bij Woburnpark. Koos wordt benoemd tot lid van verdienste en Anouk houdt haar maiden speech. Daaruit spreekt ambitie, daadkracht en nuchterheid en vooral een creatieve instelling.

Op naar het eeuwfeest

Onder haar leiding wordt in 2007 het 90 jarig bestaan gevierd dat op 1 april door wethouder Kranen officieel wordt geopend door het hijsen van de vlag van de Richard Krajicek Foundation. Alle Vughtse 90-jarigen worden uitgenodigd voor koffie met gebak in het clubhuis. In aanwezigheid van burgemeester Van de Mortel wordt de verjaardag samen gevierd met het ook 90-jarige Vughtse Mannenkoor. Het lustrumjaar wordt gewijd aan de Krajicek Foundation. De leden brengen € 10.000,- bijeen voor deze stichting. Het bezoek aan ons park van Richard Krajicek op 31 augustus is het hoogtepunt van het jubileumjaar. Ook wordt er nog € 13.000,- bij elkaar gebracht voor de renovatie van de keuken die in maart 2008 zijn voltooiing krijgt.

Tijdens de algemene ledenvergadering 2007 wordt door het bestuur de visie 2010 gepresenteerd.

 

Visie 2010

Woburnpark is de enige tennisvereniging in Vught en omgeving die een karakteristieke positionering hanteert; de sfeer van de club is uniek en straalt een mooie historie uit. Zij is een echte buurtvereniging waar families op zondagmiddag ook zomaar even heen fietsen om een hapje te eten. Het is er heerlijk vertoeven door de loungeachtige sfeer.

Woburnpark wordt door haar leden, de gemeente, belanghebbenden, sponsoren en de omgeving gezien als een kleine vereniging, die haar oude karakter (95 jaar) niet wil verliezen en deze wil combineren met een eigentijdse moderne uitstraling. Zij heeft als een van de weinige tennisverenigingen nog 6 gravelbanen en biedt tennis (en competitie) zowel op topniveau als recreatief. Belangrijk vindt ze het om talentvolle jeugd te begeleiden en te stimuleren: de trainingen zijn van hoog niveau. De club leeft!


Elk jaar wordt door het bestuur een focus geformuleerd en worden prioriteiten gesteld op thema’s als algemeen, accommodatie, technische commissie, jeugd, sponsoring, communicatie/pr/events en financiën. De basis onder deze keuzes is zeer gedegen en vindt zijn oorsprong in uitgevoerde sterkte-, zwakte-, kansen- en bedreigingen analyses. De focus/prioritering en de thema’s worden jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd, toegelicht en besproken in de algemene ledenvergadering: wat is bereikt en waar moeten we op bijsturen. De gedegen aanpak van dit bestuur – geïnspireerd door haar nieuwe voorzitter, Anouk Vastert – blijkt ook uit haar aanpak: zich laten adviseren door een adviescommissie van “drie wijzen”: Klaas Rijpma (lid en oud-voorzitter KNLTB), Peter Dekker en Kees Lekkerkerker (oud-voorzitters en ereleden).

Het bestuur wordt bewust teruggebracht van negen naar vijf leden, omdat naar verwachting dat meer slagkracht zal opleveren. In 2011 wordt hierop teruggekomen en telt het bestuur weer negen leden.

Onder leiding van de nieuwe voorzitter wordt in 2008 een goed sponsorplan gemaakt en gestart met toptennis.

Sportief gezien gaat het de club voor de wind. Het driejarig contract met de tennisschool Bok legt de basis onder het formeren van twee zondagteams op hoog niveau. In een daarvan speelde in 2008 en 2009 Indy de Vroome, Nederlands en Europees kampioen bij de meisjes tot 12 en 14 jaar. Er is een sterk herenteam op zaterdag dat zijn opeenvolgende competitiesuccessen uiteindelijk in 2011 bekroond ziet met het zaterdaglandskampioenschap eredivisie. Woburnpark na tientallen jaren weer terug aan de nationale top! Vanaf 2008 gaan alle competitieteams in een Woburnoutfit met sponsoremblemen de baan op!

Door de geslaagde sponsoring – o.a. een drie-jarig hoofdsponsorcontract met Van Lanschot Bankiers - vindt langs die weg “cash en in kind” zijn weg naar ons Woburn. De compleet nieuwe inrichting van het paviljoen, het nieuwe terrasmeubilair en de groenaanleg tussen banen 3 en 4 zijn enkele voorbeelden daarvan.

Toch belandt de club eind 2009 door hoge beheerkosten van het paviljoen en onduidelijke budgettering in financieel zwaar weer. De nieuw aantredende penningmeester weet in de twee jaren erna door een strak en helder financieel beleid de club weer gezond te maken: van € 30.000,- in de min naar € 15.000,- in de plus. De financiële situatie en vooruitzichten zijn zo goed dat tijdens de ledenvergadering van december 2011 plannen ontvouwd worden om na het seizoen 2012 de banen 1,2 en 3 geheel te vernieuwen en na het seizoen 2013 banen 4,5 en 6. Vooruitlopend op deze ontwikkelingen worden begin 2012 nieuwe materialen aangeschaft voor het onderhoud van de banen: een kleine tractor met hulpmaterialen zoals een eg, een egalisator en een waterwals. Tussen banen 3 en 4 wordt een nieuw schuurtje neergezet van waaruit de tractor de baan opgereden kan worden.

Een heerlijk ouderwets Woburnmoment breekt aan in de winter van 2008/2009: voor het eerst sinds 1968 – veertig jaar! – wordt er in de kerstvakantie weer geschaatst op banen 1,2 en 3! Iets wat in februari 2012 weer gebeurt. De Vughtse jeugd geniet met volle teugen terwijl de ouders vanaf het terras sippend aan de glühwein hun kroost gadeslaan!

In de zomer van 2009 zet Woburn een topprestatie neer. In drie weken tijd worden op de gravelbanen het Vughtse Parkentoernooi, een A-ranglijsttoernooi en een K-5 toernooi voor kinderen gespeeld. Dat huzarenstukje wordt niet herhaald. In 2010 is er alleen een A-toernooi en in 2011 gaat het geplande toernooi niet door. De conclusie is: Woburnpark is een te kleine club om elk jaar zo iets neer te zetten. Deze constatering leidt er toe dat tijdens de ledenvergadering 2010 de visie wordt aangepast: toptennis wordt minder belangrijk, talenttraining wordt gestart en er komt meer aandacht voor ledenwerving. We nemen na drie jaar afscheid van de tennisschool Bok en hoofdsponsor Van Lanschot. Met Simon Tennisschool haalt Woburn in 2011 ook de mogelijkheid binnen om in de winter op kunstgras te kunnen spelen. Deze Vughtse tennisschool verzorgt niet alleen de lessen, maar ook de organisatie ervan: communicatie, indeling, facturatie en nazorg. De kredietcrisis die in 2008 is uitgebroken, laat zich ook in 2011 nog voelen: er komt geen nieuwe hoofdsponsor en de sponsoring is bijna gehalveerd! De competitieteams dragen geen gesponsorde kleding meer. Er zijn gelukkig geen grote investeringen nodig.

Het ledenaantal schommelt in deze periode. Van 389 leden in 2007 gaan we naar 500 in 2009 om vervolgens 2011 af te sluiten met 420 leden. In deze periode zien we een duidelijke verjonging optreden door de instroom van gezinnen met jonge kinderen: het Ouder – Kind toernooi wordt met groot succes geïntroduceerd. In het voorjaar van 2009 overlijdt plotseling ons lid van verdienste Fred Koster, tien jaar bestuurslid waarvan de meeste als penningmeester. Ter herinnering aan hem wordt de beker van het Stoere Mannentoernooi naar hem vernoemd: de Fred Koster bokaal. In september 2010 overlijdt Henny van Rooy, veel jaren barman en clubhuisbeheerder, een vertrouwd gezicht op ons park.

Woburnpark, in 2012 95 jaar, een van de oudste tennisverenigingen in Brabant met een rijk verleden. Tennist al weer enkele jaren op hoog niveau: in 2011 landskampioen eredivisie in de zaterdagmiddagherencompetitie! Speelt al 95 jaar haar partijtje mee in de Vughtse en Brabantse tenniswereld. “Door haar hele historie heen heeft zij haar hoogte- en dieptepunten gekend, maar steeds is het de club gebleven met een eigen inbreng. Jij was dè Tennisclub van Vught”, zo schreef onze eigen Jan van Aart bij gelegenheid van het 75-jarig jubileum. En zo is het! Woburnpark is definitief op weg naar de 100!

Frank Kouwe